Binnenlands nieuwsBuitenlands nieuwsNieuws

Gezamenlijke luchtruimbewaking

Vanaf 1 januari 2017 gaan de Benelux-landen België, Nederland en Luxemburg samenwerken om de nationale luchtruimen te bewaken tegen civiele vliegtuigen waarvan een terroristische dreiging uitgaat. Hiermee wordt het verdrag van kracht dat de drie landen in maart 2015 hebben getekend.
De drie partnerlanden hebben specifieke details, voorwaarden en procedures vastgelegd in een onderliggende regeling van het samenwerkingsverdrag. Dit zogeheten Technical Arrangement (TA) is op woensdag 21 december in het bijzijn van de ministers van Defensie van België en Nederland, de heer Steven Vandeput en mevrouw Jeanine Hennis-Plasschaert, op Rotterdam The Hague Airport ondertekend door de Nederlandse Commandant der Luchtstrijdkrachten, luitenant-generaal-vlieger Dennis Luyt, de Belgische Commandant van de Luchtcomponent, generaal-majoor-vlieger Frederik Vansina en de heer Pierre-Louis Lorenz, ambassadeur van Luxemburg in Nederland.

Momenteel staan in zowel België als Nederland permanent twee jachtvliegtuigen paraat die met een korte waarschuwingstijd inzetbaar zijn, de Quick Reaction Alert (QRA) genoemd. De QRA-vliegtuigen zijn onder commando van de NAVO inzetbaar voor militaire taken, zoals het onderscheppen van bijvoorbeeld Russische militaire vliegtuigen boven de Noordzee. Daarnaast zijn de QRA-vliegtuigen inzetbaar voor de bewaking van het nationale luchtruim tegen mogelijke dreigingen van terrorisme. Deze taak wordt uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van de nationale autoriteiten. Vanaf 2017 gaan Nederland en België bij toerbeurt van vier maanden en in gelijke mate QRA-jachtvliegcapaciteit leveren. De QRA-taak wordt afwisselend vervuld door de F-16-bases in beide landen. Voor Nederland zijn dat de vliegbases Volkel en Leeuwarden en in België Kleine Brogel en Florennes.

De nationale autoriteit van het land in wiens luchtruim de niet-militaire dreiging zich voordoet, geeft een inzetopdracht aan de QRA. De te nemen maatregelen lopen uiteen van het visueel of elektronisch identificeren van het betrokken vliegtuig tot in het uiterste geval, het toepassen van dodelijk geweld. Luxemburg heeft het gebruik van dodelijk geweld boven het eigen grondgebied uitgesloten. Belgische jachtvliegtuigen die in het Nederlandse luchtruim een toestel onderscheppen, handelen in opdracht van de Nederlandse minister van Veiligheid en Justitie. Andersom geldt dat de Belgische minister van Defensie bevoegd is Nederlandse F-16’s boven Belgisch grondgebied aanwijzingen te geven.

 

De Belgische minister noemde de ondertekening van de TA “een historisch moment.” Er moeten nog wel enkele zaken geregeld worden. Zo mogen de Belgische F-16’s boven Frankrijk en Duitsland “een bocht maken” als ze in actie komen. Ze mogen echter niet schieten. Voor de Nederlandse F-16’s die boven die landen in actie willen komen moet dat nog worden afgesproken.

In hoeverre deze bezuiniging goed uitwerkt zal de tijd leren. Als bijvoorbeeld Florennes aan de beurt is en zij moeten in actie komen bij Amsterdam, dan zullen er, gezien de afstand, toch minstens 20 minuten overheen gaan alvorens de F-16’s in de buurt zijn, zelfs als onderweg supersoon wordt gevlogen. Volgens Defensie is het voordeel van deze internationale militaire samenwerking dat de betrokken mensen en middelen doelmatiger worden ingezet. De samenwerking draagt bij aan een grotere beschikbaarheid van jachtvliegtuigen voor internationale operaties. Voor Nederland is dit in het bijzonder van belang na de vervanging van de F-16 (ooit aangeschaft in een aantal van 213 stuks!) door de F-35, waarvoor immers slechts 37 toestellen worden aangeschaft.

Geef een reactie