Jongensdromen (Spitfire)
In Onze Luchtmacht 2-2021 kunt u lezen over hoe Jumbo-topman Frits van Eerd en voormalig F-16 demovlieger Ralph ‘Sheik’ Aarts als kind al dromen van het vliegen met een Spitfire. Beiden maken de droom waar. Aarts is tegenwoordig vlieger op de Spitfire van de Koninklijke Luchtmacht Historische Vlucht (KLuHV), Van Eerd heeft drie Spitfires gekocht en is bezig met zijn opleiding tot Spitfirevlieger.
Niet eenvoudig
Rond zijn vijftigste besluit Van Eerd de droom ook echt waar te gaan maken. Na dat besluit is hij eerst een half jaar bezig met uitzoeken wat er allemaal komt kijken bij de aanschaf van zo’n historische kist. Hoe staat het bijvoorbeeld met zijn Private Pilot License: wat heeft hij daar aan en welke aanvullende opleiding is nodig? Ook het verzekeren is een horde. Het blijkt dat je minimaal 1.000 vlieguren nodig hebt voor je überhaupt in aanmerking komt voor een verzekering. Van Eerd: “Iedereen die ik sprak, zei dat ik er wel mee kon stoppen. Ik ken dat gevoel in mijn leven. Heel veel dingen die ik doe, beginnen altijd zo. Het is raar, over de top, het past niet. Het zit niet in een hokje, het is een rondje dat door een vierkantje moet. Ik dacht, daar gaan we weer. Maar ik zet het gewoon door. Ik heb mezelf beloofd dat ik ooit in een Spitfire zal vliegen. Dus dat gaat gebeuren.”
Duxford valt af
Zijn zoektocht naar een Spitfire brengt Van Eerd uiteindelijk bij twee adressen: Duxford en Biggin Hill, beiden in Engeland. Hij besluit Duxford eerst te proberen omdat ze daar ook rondvluchten aanbieden in een tweezits Spitfire. Van Eerd: “Maar ik wilde er eentje kopen. Nou, dan moest ik maar een keertje langskomen. De afspraak was op een doordeweekse dag. Toen ik de hangar binnenliep, werd ik aangekeken zo van: wat kom jij hier doen? Ik werd te woord gestaan door een keurig nette dame achter een balie. Ze begon met ‘dat zeggen ze allemaal’, gevolgd door ‘weet je wel wat zo’n ding kost?’ Dat begon al goed, maar uiteindelijk werd het een hartstikke leuk gesprek.” Van Eerd krijgt de hele workshop te zien, inclusief een uitleg over hoe ze in Duxford werken. Ze bouwen de vliegtuigen helemaal zelf: de romp, de vleugels, de electronica, alles. Ook reviseren ze zelf de motoren. Uiteindelijk kan hij kiezen uit twee restauratieprojecten. “Eentje kwam uit Rusland, maar daarin was iemand overleden. Met zo’n warbird moet je toch een beetje uitkijken dat het leed van een ander niet jouw geluk wordt. Dat wilde ik niet. Ze hadden nog een ander project staan, maar daarvoor gold hetzelfde.” Duxford wordt dus niets en zo komt hij uit bij het bedrijf van Peter Monk in Biggin Hill.
Originele motor
Van Eerd koopt niet één Spitfire in Biggin Hill, maar meteen drie: een Mk.I, een tweezits Mk.IX en een Mk.XVI. De Mk.I en XVI zijn beide een restauratieproject. De Mk.XVI stamt uit februari ’45 en heeft bij 322 (Dutch) Squadron van de Royal Air Force gevlogen. Het bijzondere aan dit project is de beschikbaarheid van de originele motor waarmee het toestel in de oorlog vloog. Dat is zo bijzonder omdat er na de oorlog een overschot aan motoren was. Kreeg een toestel een mankement aan zijn motor, dan werd die al snel compleet vervangen omdat er toch teveel waren.
Battle of Britain
De Mk.I dient tijdens de Battle of Britain en wordt in september 1940 neergeschoten door een Messerschmitt Bf 109. Pilot Officer Watling weet er uit te springen, waarna het toestel neerstort. In de jaren tachtig worden de brokstukken opgegegraven die uiteindelijk in de Mk.I van Van Eerd terecht zullen komen. Veel is natuurlijk beschadigd, maar wat gerestaureerd kan worden, wordt gebruikt. Zo krijgt het toestel de originele airbottle met de naam van de vlieger erin gegraveerd. Ook hebben ze het staartstuk nog. De huid is weliswaar onbruikbaar, maar verder gaat het uit elkaar en wordt ieder ribje gescand op cracks. Als het bruikbaar is, gaat het terug in het vliegtuig.
Veel van de Mk.I-onderdelen heeft Monk in de loop der jaren bij elkaar gespaard. Alleen de motor ontbreekt. Kort nadat Van Eerd het restauratieproject heeft gekocht, krijgt Monk een mailtje van een boer in Canada. De man blijkt twee originele motoren voor een Mk.I te hebben die nog in het krat zitten. Ze zitten zelfs nog in het originele vetpapier. De koop komt rond en zo krijgt Van Eerd de beschikking over twee originele, ongebruikte motoren voor zijn Mk.I.
Klein wereldje
Het vliegerwereldje is klein en via-via hoort Aarts in 2015 dat Frits van Eerd mogelijk een Spitfire heeft gekocht. Hij bespreekt het met Edwin Boshoff – bekend van onder meer de Duke Brabant Air Force – en beiden zijn ervan overtuigd dat dit een enorme aanwinst is voor historisch vliegend Nederland. Ze besluiten contact te zoeken, al is het maar om te helpen bij de vele hobbels die Van Eerd nog gaat tegenkomen. Ze sturen een brief met een uitnodiging voor een biertje en een gesprek over of ze iets voor elkaar kunnen betekenen. Aarts achterhaalt het adres via een ver familielid dat op een Jumbovrachtwagen rijdt. Nog geen week later houden de heren een presentatie op het Jumbo-hoofdkantoor in Veghel. Aarts: “Toen we klaar waren zei Frits: ‘ja, ik zal het maar gelijk zeggen: ik heb een Spitfire gekocht’. Onze mond viel open, ‘OK, je hebt hem al gekocht.’ En zo is de samenwerking begonnen. Toen de MK. XVI af was, kreeg ik het aanbod om hem naar Nederland te vliegen. Op de dag van mijn eerste vlucht met de Mk.XVI waren ze net aan het filmen voor een serie over het bedrijf van Peter Monk. Ik heb het zelf nog niet gezien, maar het schijnt dat ik met nogal een grijns uit die kist ben gestapt.”
Tekst: Pieter Davids
Foto’s Frank Crebas
Meer weten?
In Onze Luchtmacht nummer 2 van 2021 staat het eerste deel van een tweeluik over de Spitfires van Frits van Eerd en het vliegen op deze warbird. U leest er waarom hij juist deze drie Spitfires wilde hebben, hoe de aanschaf en restauratie in zijn werk gingen en nog veel meer. Onze Luchtmacht is op diverse plaatsen en bij verschillende webwinkels los te koop, maar nog liever verwelkomen we u als nieuw lid. Dat kost slechts 29 euro per jaar.