KNVOL Verenigingsnieuws

Meer drones, minder slachtoffers

Voorzitter KNVOL commodore b.d. drs. Tom de Bok

Drones – oftewel op afstand bestuurde vliegtuigen – komen regelmatig in de media en dat is zelden positief. Zo verschijnt in de NRC van 27 december 2020 een opiniestuk van Lauren Gould, docent Conflict Studies van de Universiteit Utrecht en leider van het onderzoeksprogramma ‘Intimacies of Remote Warfare’. Zij suggereert hierin dat meer drones tot meer oorlog leiden’. Aanleiding om het tegendeel aan te tonen. 

De inzet van militaire middelen is altijd gebaseerd op geanalyseerde informatie, oftewel inlichtingen. Informatie Gestuurd Optreden (IGO) is de moderne term die ook in de Defensievisie 2035 uitgebreid aan de orde komt. Maar IGO is al zo oud als de mensheid. Geen enkele weldenkende militaire commandant stuurt zijn mensen en middelen blindelings de strijd in, hopend op een goede afloop. Moderne inlichtingen zijn gebaseerd op bronnen als openbare informatie, spionnen, overlopers, special forces en door observatie met satellieten, bemande vliegtuigen en sinds twee decennia drones. Dit zijn géén onbemande vliegtuigen, maar op afstand bestuurde toestellen door een bemanning op de grond. Door drones zijn de inlichtingen tijdiger, beter en accurater geworden, maar niet onfeilbaar. Nog steeds geldt: wat je niet ziet of hoort, weet je niet. Besluiten worden daardoor soms genomen op wat achteraf incomplete informatie blijkt.

Geschiedenis toont aan dat technologische innovaties waaronder deze drones, tot minder in plaats van meer oorlogsgeweld leiden. Ook nam de afstand tot de vijand toe. Wat ooit begon met pijl en boog en nu gebeurt met langeafstandsraketten, maakte oorlogvoering zeker niet inhumaner of laagdrempeliger. Het bombardement van Hawija is juist een bewijs dat informatie – onder andere verzameld door drones – en het daarop gebaseerde inlichtingenproces wel degelijk kloppen. Dat er hierbij burgerdoden vielen, is uiterst betreurenswaardig, maar met minder informatie waren het er waarschijnlijk meer geweest. Immers, de wapenkeuze is door actuele informatie aangepast naar steeds kleinere en preciezere bommen. Die schakelen alleen het doel uit en minimaliseren tegelijkertijd nevenschade. Dat dit misging, kwam eerder door gebrek aan informatie. Juist méér drones in het gebied had dit mogelijk kunnen voorkomen. Mogelijk, omdat de vraag blijft of een aantal burgerdoden een te accepteren risico is om groter leed onder andere onschuldige burgers te voorkomen.

Drones zijn bij uitstek geschikt om boven een gebied langdurig gedetailleerde informatie te verzamelen. Zo kunnen beeldanalisten dus optimaal onderscheid maken tussen eigen troepen, tegenstanders en burgers. Complicerende factor is dat in de recente oorlogen zoals in Afghanistan, Irak en Syrië, Taliban en IS zich mengen onder burgers. Daardoor zijn strijders en burgers uiterst lastig van elkaar te onderscheiden. Juist door langdurige observatie van een gebied en ook analyse van gedragspatronen, krijgen militaire beslissingsnemers meer zekerheid wie de burgers en strijders zijn. Operators van drones beschikken gelijktijdig over meerdere informatiesystemen, inclusief een netwerk van getrainde (beeld)analisten, om beelden meteen te beoordelen. Dat is een groot voordeel. De suggestie in het artikel dat drones tot informatie-overload leiden, is geen reden om ervan af te zien, noch van andere informatiebronnen. Juist de inzet van drones waarbij de inlichtingenanalist ook door artificial intelligence (AI) wordt ondersteund, leidt tot betere informatie en dus optimale beslissingen. Het bedrijfsleven zet al op grote schaal AI-systemen in. Consument worden daarmee dagelijks geconfronteerd. Door AI hoeft ook niet alle verzamelde data geanalyseerd te worden. Niet alles heeft namelijk een relevante inlichtingenwaarde. Ook biedt AI de mogelijkheid om alle beschikbare informatie snel en effectief te doorzoeken (de google-functie).

De inzet van drones leidt niet tot meer of minder oorlog. Wat drones wel mogelijk maken is de oorlog, hoe triest ook, met zo min mogelijk slachtoffers te voeren. Er worden juist slachtoffers voorkomen. Mevrouw Gould stelt als bewijs 1147 burgerslachtoffers door de drones in twaalf jaar bij de Amerikaanse jacht op terroristen. Deze 1147 vallen in het niet bij het aantal slachtoffers dat onder echt onschuldige burgers viel door terroristen als Taliban, Boko Haram, IS en Al-Shabaab. Is een burger die bewust in de nabijheid van terroristen verkeert, hen voorziet van onderdak, voedsel en logistieke ondersteuning een ‘onschuldige burger’? En heb je dan meer of minder drones nodig om dat onderscheid nog beter te kunnen maken? De vraag stellen, is hem beantwoorden.

Reacties: voorzitter@onzeluchtmacht.nl

Geef een reactie