No-fly zone tijdens WEF
Het World Economic Forum (WEF) werd in 1971 opgericht door professor Klaus Schwab als het European Management Forum. In januari van dat jaar vond het eerste European Management Symposium plaats in Davos, Zwitserland. Het symposium werd in 1987 omgedoopt tot het World Economic Forum. De jaarlijkse bijeenkomst van het forum wordt tegenwoordig gezien als hét wereldwijde platform voor publiek-private samenwerking. In 2018 werd de bijeenkomst gehouden tussen 23 en 26 januari. Gedurende die periode beveiligden de Zwitserse en Oostenrijkse luchtmacht gezamenlijk de boven Davos ingestelde no-fly-zone.
Door: Mike Schoenmaker en Niels Hoogenboom
WEF
Door de jaren heen hebben talloze leiders van het bedrijfsleven, regeringen en maatschappelijk organisaties deelgenomen aan de WEF-jaarvergadering in Davos, om de belangrijkste actuele mondiale problemen te bespreken en te brainstormen over oplossingen daarvoor. Het WEF was in het verleden ook regelmatig een cruciaal platform voor het bevorderen van vrede en verzoening in delen van de wereld. Bijvoorbeeld door het bevorderen van begrip tussen Oost en West ten tijde van de Koude Oorlog en door de nieuwste wereldwijde ontwikkelingen op de voorgrond te plaatsen. De onderwerpen van de WEF-agenda zijn divers van aard. Van informatietechnologie en beveiliging tot milieukwesties en zelfs architectuur en filantropie.
Tegen de algemene verwachtingen in werd de vergadering dit jaar niet gedomineerd door onderwerpen als crypto-valuta of de vierde industriële revolutie. De meeste van de 745 WEF-leden onderschreven het jaarlijks uitgebrachte ‘Global Risk Report’. Het WEF-rapport beschrijft dit jaar meer risico’s dan voorgaande jaren. Het richt zich op aantasting van het milieu, cyberbeveiligingsinbreuken, economische spanningen en geopolitieke spanningen. De klimaatverandering als dé grootste actuele wereldwijde bedreiging was het belangrijkste onderwerp in het rapport. Het WEF verwacht dat wereldwijde klimaatveranderingen zullen resulteren in extreem weer, meer natuurrampen en waarschijnlijk een tekort aan drinkbaar water met alle gevolgen van dien voor de economische en politieke stabiliteit in de wereld.
Als één van de weinige WEF-leden is de president van de VS, Donald Trump, het voor een belangrijk deel oneens met de zorgen van het WEF. En met de zorgen van de wereld over het milieu in het algemeen wat dat betreft, gezien zijn prestaties en uitspraken tot nu toe. Over de wereldwijde milieuproblemen bijvoorbeeld maakte Trump zijn standpunt vorig jaar al duidelijk toen hij verklaarde dat hij de VS wilde terugtrekken uit het Klimaatakkoord van Parijs. Zijn deelname en bijdrage leverde dit jaar weinig nieuwe inzichten op over zijn voorkeuren of zijn te verwachten beleid voor de duur van zijn presidentschap. De Nederlandse delegatie, waaronder minister-president Rutte, hoorde hem alle aanwezigen uitnodigen om te investeren in de economie van de VS, met daarbij de belofte dat de rest van de wereld hiervan zou profiteren.
No-fly zone
Oostenrijk en Zwitserland beschermden de hoogwaardigheidsbekleders die deelnamen aan het WEF door een vliegverbod boven Davos af te dwingen. De no-fly zone was 25 vierkante mijl groot. Beide landen werkten samen omdat ongeveer een derde van de zone boven Oostenrijks grondgebied lag. Tot vorig jaar hadden beide landen afgesproken om de no fly-zone tijdens het WEF ieder boven het eigen luchtruim te beschermen. Dit jaar vernieuwden zij hun overeenkomst, waardoor het mogelijk werd dat hun vliegtuigen over elkaars landsgrens konden vliegen wanneer een situatie daarom vroeg.
Oostenrijk leverde onder andere 1.100 militairen, Eurofighter EF2000’s en radarinstallaties. Ook Zwitserland bood ondersteuning op de grond en in de lucht. Bewapend met AIM-9X Sidewinder en AIM-120 AMRAAM-raketten opereerden Zwitserse F/A-18’s vanaf de luchtmachtbasis in Meiringen om van daaruit zogenaamde Combat Air Patrolling missies te vliegen. Van die basis is het slechts een paar minuten vliegen naar het te beschermen luchtruim boven Davos. De eerste vluchten tijdens de WEF startten dagelijkse om acht uur ‘s ochtends. Om de ongeveer anderhalf uur losten ‘crews’ elkaar af, dagelijks zo lang als dat het WEF-vergaderschema luchtbescherming vereiste. Bovendien stonden te allen tijde back-up piloten en vliegtuigen paraat om ‘gescrambled’ te worden wanneer dat nodig was. ’s Nachts stonden steeds twee F/A-18’s stand-by. De Zwitserse luchtmacht patrouilleerden op lagere hoogte boven het Zwitserse Alpenstadje, met EC-635, AS.332 Super Puma en AS.532 Cougar helikopters. Deze toestellen werden tevens ingezet voor personenvervoer.
Bescherming toekomstige WEFs
Zowel Oostenrijk als Zwitserland zijn genoodzaakt om hun jachtvliegtuigen te vervangen. De Oostenrijkse minister van Defensie Doskozil besloot in 2017 om de EF2000 Typhoon, in gebruik sinds 2005, vanaf 2020 buiten dienst te stellen. De Oostenrijkers zullen één opvolger kiezen om de Typhoon en de SAAB 105 te vervangen om de budgettaire uitdagingen die de Oostenrijkse strijdkrachten te wachten staan te kunnen adresseren. Om operationele efficiency te vergroten en (onderhouds)kosten zo goed mogelijk te beheersen, streven de Oostenrijkse luchtstrijdkrachten ernaar om één type toestel in dienst te nemen die de voornoemde twee typen vervangt. De door het Zweedse SAAB gebouwde JAS39 E/F Gripen Next Genereation wordt gezien als de belangrijkste kandidaat.
Voor het eerst sinds jaren heeft de Zwitserse luchtmacht haar F-5E/F Tiger II jachtvliegtuig niet ingezet tijdens de WEF-jaarvergadering. Hoewel de keuze voor vervanging nog niet is gemaakt, heeft de luchtmacht haar derde generatie jachtvliegtuig sinds 2007 geleidelijk uit dienst genomen. De regering verkocht al 44 Tigers aan de Amerikaanse marine, in de veronderstelling dat zij de Gripen NG ter vervanging ervan zou aankopen. Maar de Zwitserse kiezers blokkeerden de aankoop van het toestel in 2014 via een volksreferendum. Met de aankoop van de 22 NG toestellen was € 2,5 miljard gemoeid, een bedrag dat volgens de kiezers beter besteed kon worden dan aan jachtvliegtuigen. Voorlopig worden daarom 24 van de oorspronkelijk 110 Tigers nog operationeel ingezet, naar verwachting tot 2020. Onder andere als doelspelers. De rest wordt gebruikt voor reserveonderdelen of wordt verkocht.
De F/A-18 is sinds 1996 in gebruik en moet vanaf 2030 ook vervangen worden. De Zwitserse regering onderzoekt momenteel welke toestellen geschikt zijn. Het Zwitserse systeem van burgerparticipatie kan de regeling over de beslissing voor een opvolger nog kopzorgen geven. Hoe dan ook, het luchtruim boven Davos zal tijdens de volgende jaarvergadering van het WEF weer beschermd worden door Oostenrijkse EF2000’s en Zwitserse F/A-18’s.